Roanoke, een betoverende wereld omgeven door water, herbergt een rijkdom aan wezens, variërend van vissen tot dieren en zelfs monsters. Een fluistering waart rond onder ieders lippen, een waarschuwing wanneer men de zee trotseert. Het gevaar op zee komt niet alleen voort uit de wezens die er huizen, maar ook uit een onheilspellende gedachte: Zodra Roanoke niet langer zichtbaar is, wordt men te ver meegesleept en valt men van de wereld af, in het niets.
Maar, ondanks deze waarschuwingen, is de waarheid een andere. Een onzichtbare koepel overspant Roanoke en houdt alles en iedereen binnen zijn grenzen. Dit was althans de bedoeling. Roanoke beslaat een uitgestrekt gebied.
In het zuidoosten bevinden zich de Vikingen, meesters van de zee. Hier vind je talloze meertjes, rivieren en vruchtbare gronden die gemakkelijk bewerkt kunnen worden. De kustlijn is bezaaid met inhammen.
In het hart van Roanoke liggen uitgestrekte bossen, waarvan sommige bewoond worden door de Kelten, hoeders van het woud. Dit ondoordringbare woud kan een reiziger snel opslokken, een duister lot tegemoet. Evenals de zee herbergt het woud een veelheid aan wezens en schepsels, maar pas op voor de verraderlijke flora en fauna.
Ten noordwesten bevindt zich het rijk van de Woestijnkoninginnen, ook wel bekend als de Zandnomaden. De pikten, een taai volk, voornamelijk bestaande uit vrouwen. De woestijn, een meedogenloze omgeving van honger, dorst en hitte, vormt hun thuis. De eigenaardige levensvormen in deze woestijn, inclusief mystieke wezens, maken deze plek zowel gevaarlijk als intrigerend voor de getrainde nomaden. Betreed de woestijn echter zonder hun kennis en je riskeert de dood.
In het zuidwesten vinden we een uniek volk, de Goten, die in kleine groepjes leven te midden van de bossen en moerassen. Hier heerst een warme en vochtige atmosfeer, waar ziektes gedijen. Het landschap herbergt exotische planten, dieren en monsterlijke wezens. De Goten worden ook wel het "Volk van Verderf" genoemd.
In het noorden strekken onherbergzame bergen zich uit, met talloze spelonken en grotten, waarvan sommige niet alleen de echo's herbergen. Rijk aan ertsen en mysterieuze flora en fauna, wordt de basis van deze bergen bewoond door de Germanen. Een hard leven vol schaarste aan voedsel en uitdagingen, waarbij de ongerepte natuur nog veel onontdekte geheimen kent.
Temidden van deze diverse en levendige wereld floreren de verschillende volkeren en clans. Een vredig en vreugdevol bestaan op Roanoke, zolang ieder zich richt op zijn eigen leven en stam. Maar, zoals vaak het geval is, wordt het gevaarlijk wanneer het woord "zolang" in het spel komt...
De rode zon
Op een warme ochtend in Roanoke ontvouwt zich een mysterieus tafereel. Geen ziel in het land, geen wezen of dier, kon de naderende gebeurtenissen voorspellen. Bij de eerste strepen ochtendlicht begon het: een ogenschijnlijk eindeloze stilte. Geen zuchtje wind, geen vrolijk getjilp van vogeltjes, zelfs geen zoemende bijtjes. Enkel stilte, alsof de wereld haar adem inhield. Voor een kort moment leek zelfs de tijd te bevriezen.
De sfeer in elke nederzetting is doordrongen van spanning. Niemand lijkt te begrijpen wat er gaande is. Bange ogen zoeken naar antwoorden. Is dit een straf van de Goden? Het begin van een onbekend onheil? De namen van de Goden worden gefluisterd, wanhoop in de ogen van iedereen. Rondom heerst een verlammende angst, en niemand weet wat te doen. Zelfs krijgers, normaal vol moed en wijsheid, staan machteloos. In verwachting van het onbekende, wachten allen in spanning af.
De stilte lijkt haast tastbaar, ondraaglijk en ongewoon. Geen diergeluiden, geen briesje door de bomen, en zelfs het gras beweegt niet. Alsof de normale loop van de tijd is gestopt. Dan, plotseling, zwelt een koude, gure wind aan. Vanuit verschillende richtingen komt hij opzetten, wervelt stof op en verduistert de zon. Een duisternis valt over Roanoke, alsof het licht wordt opgeslokt.
Een donderend gebulder klinkt uit de hemel, gevolgd door een oorverdovend gekraak. Het is geen gebruikelijk onweer, maar iets veel angstaanjagender. Gebulder, gekraak, gebulder, het herhaalt zich, steeds intenser. Plots verschijnen er lichtflitsen, scherp in het donker. Ze schieten omlaag en raken bijna de grond. Geen regen, geen hagel, enkel duisternis, geluiden en flitsen. Niemand weet hoe te reageren, de angst is voelbaar in ieders blik. Zelfs jij blijft als aan de grond genageld, bevend van moed of angst. Sommigen rennen naar hun onderkomens, terwijl anderen onbeweeglijk staan, net als jij. Plots lijkt de tijd weer stil te vallen. De lichtflitsen vervagen, de wind zwijgt en opnieuw is er stilte. Een stilte die de dood lijkt te omarmen. Een kilte kruipt over je lichaam, kippenvel trekt over je huid en rillingen trekken door je ruggengraat.
Je merkt een rode schittering aan de hemel op. De duistere wolken trekken snel weg en de rode gloed wordt sterker. De wereld wordt gehuld in rood, kleuren vervagen. De gloed is noch warm, noch koud. Verward en angstig kijk je naar anderen, een gevoel van onbegrip verbindt jullie. Dit moet een teken zijn van de Goden! En dan, opnieuw, stilte. Doodse stilte. Tijdloos. Maar dan hoor je zacht gezoem van een mug, het gefluit van een vogeltje. De bladeren ritselen, een zachte bries streelt je gezicht. Je opent langzaam je ogen. Licht, bomen, stamgenoten rondom jou. Een gevoel van ontwaken overspoelt iedereen. Allen staan op, verward en angstig. Alsof niets is gebeurd, keert de wereld terug naar zijn normale staat. Maar is het werkelijk zo? Was het een boze droom? Een visioen? Vol verwarring zoek je je priester of magiër op en hij deelt je het volgende mee.
Een groots gevaar dreigt, een gevaar dat allen raakt. Niet enkel onze clan, niet enkel ons volk, maar alle volkeren en zelfs alles op Roanoke worden bedreigd. Misschien zelfs tot het punt van uitwissing. Hij zoekt dappere jongeren, klaar om op een tocht naar het midden te gaan, naar het hart van alles. Daar zal de waarheid aan het licht komen. Onderweg zullen ze anderen van ons volk ontmoeten. Bereid je voor op gevaren en mysteries. Velen zullen vallen, maar slechts enkelen zullen terugkeren. Wie durft deze waaghalzerij aan? Wie zal morgen bij het ochtendgloren naar het midden vertrekken? Het centrum van alles, waar alle geheimen zullen worden onthuld. En zo begonnen de helden aan hun grootse avontuur.
Roanoke 1:
De jonge avonturiers bereikten een schilderachtig dorpje genaamd Arché, en tot hun verrassing werden ze al verwacht door vertegenwoordigers van verschillende volkeren. Handelaars van een nabijgelegen post hadden zich voorbereid op de komst van deze gemengde groep. Opmerkelijk genoeg waren er tenten opgezet voor elk van de volkeren - de Pikten, Kelten, Goten, Vikingen en Germanen. In deze kleine hoek van de wereld ontmoetten moedige jongeren elkaar, op weg naar het hart van het mysterie.
De eerste ontmoetingen met de leden van andere volkeren verliepen niet zonder strubbelingen. Culturele verschillen botsten en enkele woordenwisselingen ontstonden. In dit schilderachtige dorpje kwamen ze ook in contact met de bewoners, die als hoeders van een stenen tempel fungeerden. Deze tempel was toegewijd aan moeder natuur, en de dorpelingen smeekten de jongeren om de tempel met respect te behandelen en
onberoerd te laten. Desondanks besloten de jongeren, ondanks de goede raad, om een ritueel uit te voeren onder begeleiding van hun eigen priesters.
Vertegenwoordigers van elk volk - de Pikten, Kelten, Goten, Vikingen en Germanen - betraden de tempel om een gezamenlijk ritueel uit te voeren. Dit had onverwachte gevolgen. Plotseling werden twee krachtige schokgolven gevoeld die doorheen heel Roanoke trilden. Na deze schokgolven waren de priesters van de volkeren ernstig verzwakt en ontdekten ze een mysterieuze zelf schrijvende scrol die uit het stenen altaar tevoorschijn kwam.
De tekst op de scrol was glashelder: "Ga Syrtak vinden en red hem." Wie de woorden las, voelde diep van binnen dat dit de missie was die hun goden voor hen hadden uitgezet. Echter, de dorpsbewoners waren niet tevreden met het overtreden van hun tempel en confronteerden de jongeren. De reactie van de jongeren leidde tot wat later de "Grote Slachting van Arché" werd genoemd - geen enkele dorpsbewoner overleefde die nacht.
Hoewel de jongeren dit als een triomf beschouwden, ontwaakten ze de volgende dag in een compleet veranderd dorp. Een plek die ooit vredig was, werd nu doordrenkt met wraakgeesten die enige indringer wilden vernietigen. Geconfronteerd met deze nieuwe dreiging hadden de jongeren geen andere optie dan te vluchten. Nu reizen ze samen, aangestuurd door hun goden, op weg naar Syrtak om hem te redden.
Hun laatst bekende locatie was richting de uitgestrekte steppe en het land van de Pikten. In een wereld vol geheimen en gevaren zijn deze jonge helden op zoek naar hun lot, gedreven door de mysterieuze roep van hun goden.
Tussen Roanoke 1 & 2:
Op hun vlucht van de wraakgeesten van Arché hebben de jonge avonturiers de tijd genomen om hun wonden te helen. Nu bevinden ze zich op weg naar de rand van het woud en de uitgestrekte steppe, de thuisbasis van de Pikten. Hun reis is allesbehalve gemakkelijk, niet alleen vanwege hun verwondingen en de uitdagingen van het woeste woud, maar ook vanwege de spanningen en conflicten die soms ontstaan tussen de verschillende volkeren. Vooral de Vikingen en Germanen botsen vaak, maar gedurende de vier weken die de reis door dit dicht beboste gebied beslaat, leren ze door trial-and-error om samen te reizen. Wat begint als spanning en ruzies, wordt langzaam getransformeerd in samenwerking en wederzijds begrip. Zelfs jagen ze gezamenlijk naarmate de reis vordert.
De handelspost van Arché is met hen meegereisd en heeft alvast de vooruit post bereikt. De diverse volkeren banen zich een weg door het gevaarlijke woud van Roanoke, op weg naar een kleine buitenpost genaamd Zandslang. Deze voorpost, van piktische oorsprong, is vermoedelijk de plek waar Syrtak voor het laatst werd gezien. Het is van cruciaal belang voor elk volk om deze opdracht te vervullen,aangezien hun eigen goden hen hebben
opgedragen Syrtak te helpen. Dit gaat niet zonder uitdagingen, want de groep bestaat uit individuen met hun eigen overtuigingen, gebruiken en rituelen.
Ondanks de moeizame start, verloopt de reis verrassend soepel zonder grote incidenten. Maar er hangt een lichte spanning in de lucht, want wat staat deze diverse groep te wachten? Hoelang zal de reis nog duren? En zullen ze erin slagen om hun goddelijke opdracht te voltooien met succes? Zelfs de goden hebben niet altijd alle antwoorden, en terwijl ze voortgaan op hun avontuurlijke pad, worden de avonturiers overgelaten aan een zee van onzekerheden en beloftevolle mysteries.
Roanoke 2:
Zeker, ik was aanwezig op die dag. Ik heb sindsdien velen horen beweren dat zij er ook waren, maar jammer genoeg bestond ons gezelschap slechts uit een handvol uitverkorenen, uitgekozen om het kwaad te trotseren en het terug te drijven naar waar het vandaan kwam. De gebeurtenissen van die dag blijven soms nog als nachtmerries in mijn gedachten spoken...
Ik behoorde tot de groep Kelten die op een trainingsmissie waren in Zandslang, een Piktische nederzetting aan de rand van de woestijn. Terwijl hun Walkuren, gevreesde vrouwelijke krijgers, zowel krachtig als prachtig zijn, was er geen ruimte voor romantiek. Duistere wolken verzamelden zich snel boven de nederzetting, wat weinig goeds voorspelde.
De avond voordat het onheil toesloeg, arriveerde er een groot reisgezelschap in het dorp. Zelden had ik zo'n bont gezelschap gezien. Het waren leden van alle vijf volkeren, er waren zelfs enkele Goten! De spanningen waren voelbaar, vooral tussen hen en de Piktische vrouwen. Het ontvangst was verre van hartelijk.
Deze groep beweerde dat ze door een magische boekenrol waren geleid, die de wil van de goden toonde. De rol had hen opgedragen om Syrtak te vinden, een magiër die af en toe het dorp bezocht. Blijkbaar was hij het slachtoffer geworden van zijn eigen experimenten, verstoord door de magische schokgolf. Helaas zou dit niet de laatste keer zijn dat die schokgolf onheil bracht, maar dat zijn verhalen voor een andere gelegenheid.
Syrtak, zie je, werkte al een tijd aan een magische poort tussen werelden, diep in de woestijn bij een oase. Toen de schokgolf over Roanoke raasde, raakte de poort ontregeld en werd de magiër verscheurd. Zijn lichaam werd, zo begrijp ik, uiteen gereten in de vier elementen en zijn ziel werd de poort in getrokken. De poort leidde niet langer naar zijn oorspronkelijke bestemming, maar naar een vreemde tussenwereld. Vanuit die plek sijpelden duistere schimmen het land in, op zoek naar levensenergie om zich aan te voeden.
Het was enkel door de tussenkomst van Liliana, Syrtaks partner en eveneens een bedreven elementalist, en de Woestijnelfen dat de leden van het reisgezelschap erin slaagden om Syrtak weer tot leven te wekken. Maar Syrtak voelde dat zijn aardse bestaan niet lang zou duren en met zijn laatste krachten instrueerde hij zijn leerling, Elissar Elfaren, een Woestijnelf, over hoe de poort gesloten kon worden.
Allen, mens en elf, dorpelingen en reizigers, verzamelden zich de volgende dag bij de oase. Ik voel me trots dat ik naast hen stond en ze mijn broeders en zusters mag noemen. Uit de poort stroomde een eindeloze horde duisterlingen, aangevoerd door Het.
Wanneer ik mijn ogen sluit, zie ik haar nog steeds voor me. De Gran Loa had dit jonge, verwarde
meisje tijdens zijn reizen onder zijn hoede genomen, hopend dat hij haar kon helpen haar gave als medium te beheersen. Helaas werd ze overgenomen door de duisterlingen en werd ze zelf een van hen. Toen de Gran Loa haar probeerde te redden, zoog ze alle levensenergie uit zijn lichaam. Daarna bood ze ons een ultimatum: of we sloten ons aan bij haar duistere legioen, of we zouden sterven.
Het was alleen dankzij het offer van talloze moedige mannen en vrouwen dat we die dag de overwinning behaalden. Terwijl wij krijgers vochten tegen de duisterlingen, teleporteerden de magiërs zich naar de poort en beschermden deze met een magisch schild terwijl ze probeerden deze te sluiten. De eindeloze stroom duisterlingen dreigde ons te overspoelen, en alle hoop leek verloren. Maar op het nippertje slaagden de magiërs erin de poort te sluiten en verdwenen de duisterlingen voorgoed uit onze wereld.
De rust keerde terug in Zandslang en het reisgezelschap besloot verder te trekken. Volgens hun srol wachtte hen een nieuwe uitdaging in het moeras van de Goten. Ik vraag me af of ik hen ooit nog zal zien.
Met vriendelijke groeten,
Horas MCaid
Keltische Veteraan
Tussen roanoke 2 & 3:
De Goden zijn vertoornd. De tekenen van hun woede zijn overal zichtbaar. Het land wordt geteisterd door rampspoed en onheil. De reisgenoten van de vijf stammen hebben nauwelijks de scheur tussen de werelden weten te dichten bij de oase nabij Zandslang, of de magische boekenrol onthult een nieuwe dreiging. Het blijkt dat Agras, een van de metgezellen die zich als een Germaan had voorgedaan, eigenlijk een Goot is. Hij onthult zijn ware identiteit en vertelt het gezelschap over zijn dorp aan de rand van het drassige moeras dat de Goten hun thuis noemen. Dit dorp wordt geteisterd door ziektes.
Volgens de overleveringen genoot dit dorp ooit de bescherming van de goden. Maar sinds hun meest waardevolle bezit, een paars kristal, door een onbekende dief van het altaar werd gestolen, lijkt het dorp vervloekt te zijn. Vreemde wezens uit het moeras vallen het dorp aan, ziekte verspreidt zich onder de bewoners en tweedracht zaait verdeeldheid onder het volk. Door een speling van het lot belandde het paarse kristal recentelijk in
handen van een van de medereizigers, een Kelt genaamd Calum MacCain.
Besluitend om Agras te helpen, beginnen de reisgenoten aan de lange tocht naar de Gotenlanden. Onderweg komen ze vele andere reizigers tegen, leden van de vijf stammen die elk om hun eigen redenen de wijde wereld in zijn getrokken. Velen van deze nieuwkomers besluiten zich aan te sluiten bij de rondtrekkende groep en vervolgen samen met hen de weg naar het moeras. Na een maand van reizen is het Gotendorp eindelijk binnen handbereik.
Maar is hun aankomst op tijd om het dorp te redden van de ondergang? Is het eenvoudigweg terugplaatsen van het paarse kristal op het altaar genoeg om de gunst van de goden terug te winnen? En welke gruwelen wachten er nog op hen in... De Zwarte Nacht?
Roanoke 3:
Na een intense strijd bij de Pikten bereikten ze eindelijk na 4 weken trekken, en in het holst van de nacht. Uitgeput en vermoeid, hunkerend naar een rustplaats bij de Goten. Maar de realiteit stond niet aan hun kant, want wat ze aantroffen was niets anders dan een uitgestrekt moeras, vergezeld door aanvallen van bizarre mutaties en insecten die bijna zo groot waren als kinderen. In hun uitputting bereikten ze uiteindelijk een half verlaten Gotendorp, dat geteisterd werd door een mysterieuze ziekte.
Snel werd duidelijk dat deze ziekte verantwoordelijk was voor afschuwelijke mutaties, waarbij de besmetten veranderden in gruwelijke plantachtige monsters. Het moeras was doordrongen van gevaar, met gemuteerde dieren en wezens die op de loer lagen. En als een reiziger niet voorzichtig was, zouden de dwaallichten hen in een eindeloze verdwaling leiden. Alsof dat nog niet genoeg was, bleek
het kristal dat ze nodig hadden om de mutaties te stoppen gebroken te zijn.
Gelukkig werden ze bijgestaan door twee Eidolons, mysterieuze wezens die hun harten veroverden en vastberaden waren om het kristal te herstellen. Samen met een divers gezelschap van wetenschappers slaagden ze erin om de mutaties te genezen. Echter, om het kristal volledig te herstellen, stonden ze voor de uitdaging van de Zwarte Nacht, een angstaanjagende beproeving waarin geesten en monsters op de loer lagen.
Met een indrukwekkend ritueel slaagden ze erin het kristal te herstellen, maar helaas moesten de Eidolons geofferd worden voor deze prestatie. De prijs was hoog, maar in ruil daarvoor herstelde de natuur haar balans en veranderden niet langer mensen in plantachtige monsters. De missie was volbracht en degenen die de beproevingen hadden doorstaan, gingen verder naar hun volgende bestemming, met de hoop op nieuwe successen en avonturen.
Tussen roanoke 3 & 4:
Terwijl jullie reisgezelschap het gotendorp Zomp ver achter zich liet, bleven de gebeurtenissen rond de Zwarte Nacht nog lang nazinderen tijdens de wekenlange tocht door het moeras. Dankzij de inzet van het hospitaal waren velen van jullie kompanen verlost van de vreemde mutaties. Toch bleef er een zekere twijfel hangen, een onzekerheid over of de heractivering van het paarse kristal werkelijk een einde had gemaakt aan deze kwelling. De tijd zou uiteindelijk de waarheid onthullen...
Geleid door de woorden van de goddelijke scroll leidden jullie als spoorzoekers het reisgezelschap weg uit de moerassen, op weg naar het Vikingdorp Overallthor. Na bijna een maand ploeteren en het doolhof van drijfzand te hebben overwonnen, voelde het vinden van vaste grond onder jullie voeten als een bevrijding. Echter, jullie blijdschap was van korte duur, want net toen de kust in zicht kwam, overviel een plotselinge storm jullie reisgezelschap vanuit zee.
Al snel werd duidelijk dat deze storm in kracht zou toenemen gedurende de komende uren. Het idee om door de storm naar Overallthor te blijven reizen, was pure waanzin. De regen viel zo dicht neer dat jullie nauwelijks vijf voet vooruit konden zien. Alleen door elkaar vast te houden, voorkwamen jullie dat de wind jullie uit elkaar dreef. Naarmate de nacht viel, bleef de storm onverminderd woeden. Drie dagen lang hield de
Tkrachtige storm jullie gevangen, en gedurende die tijd zochten jullie beschutting bij elkaar.
Nadat de storm eindelijk was gaan liggen, was de eerste prioriteit van jullie stamleiders om het verspreide reisgezelschap weer bij elkaar te brengen. Dit bleek echter een uitdaging, aangezien het zoeken naar de vermiste groepsleden lastiger was dan gedacht. Ondanks jullie inspanningen werden sommigen van hen niet teruggevonden.
Uiteindelijk besloten jullie met de overgebleven groep verder te reizen naar Overallthor, in de hoop dat de vermiste reisgenoten hun weg naar dezelfde bestemming zouden vinden...
Roanoke 4:
Op een vrijdag die doordrongen was van de sporen van de recente storm, bereikten de avonturiers het dorp Overalthor, elk deel van de groep naar zijn eigen bestemming geleid. De Pikten en Vikingen werden al snel geconfronteerd met verontrustend nieuws: een groep vreemdelingen genaamd Kaitora was op hun kust geland en had na de storm een aanval op hen uitgevoerd. De clan van Overalthor smeekte de avonturiers om hun hulp om te voorkomen dat de Kaitora verdachte manoeuvres uitvoerden.
Tegelijkertijd werden de Kelten, Germanen en Goten verwelkomd door een andere groep vreemdelingen, die hen met open armen ontvingen met rum en geschenken. Deze gastvrije vreemden vroegen om de aanwezigheid van de avonturiers bij een gevangenenuitwisseling tussen hun groep en de Vikingen, met als doel te verzekeren dat er geen valstrik werd opgezet.
De gevangenenuitwisseling verliep echter niet zonder haperingen en werd abrupt onderbroken door de aanval van bizarre, geschubde wezens. Deze wezens riepen een krachtige geest op, die de avonturiers en beide groepen dwong om te vluchten voor hun leven.
De goden verschenen aan de avonturiers en maakten duidelijk dat ze vrede wilden tussen de twee rivaliserende volkeren. Anders zou een van hen gedoemd zijn om eeuwig rond te dwalen op de zee.
Op zaterdag ontvingen de priesters visioenen van de goden, die hen bevalen om naar een gemarkeerde boom te gaan. Hier spraken de goden rechtstreeks tot hun priesters en verklaarden dat als er geen vrede zou komen, de avonturiers de beslissing zouden nemen welke groep voor altijd op zee zou dwalen: de Vikingen of de Kaitora.
Gedurende de dag werden verschillende tests gehouden waarbij stemmen konden worden gewonnen, onder begeleiding van een afgezant van de goden.
De vredesonderhandelingen met de Kaitora verliepen verrassend soepel. De Vikingen stemden in met al hun eisen, zelfs de meest absurde, die er waarschijnlijk enkel waren om af te tasten.
De Vikingen hadden via een godsoordeel beslist wie de nieuwe jarl zou worden. Tot ieders verbazing won de zoon van een handelaar van een schildmaagd. Ze stemden in om de voorstellen van de Kaitora te accepteren.
Ondertussen namen de aanvallen van zeeduivels uit de oceaan toe. Sommige avonturiers ontdekten apparaten waarmee ze onder water konden ademen, en begaven zich op een missie om te achterhalen wat deze wezens aandreef.
Het bleek dat de zoon van de leider van de zeeduivels was ontvoerd! Een van de avonturiers zwoer bij hun goden dat ze de Waterlander zouden terugvinden, en er werd een pact gesloten.
Uiteindelijk vonden de avonturiers een vrouw
genaamd Bonnie, vastgebonden bij de Waterlander. Langzaam maar zeker veranderde ze zelf in een zeeduivel.
De Waterlander werd uiteindelijk teruggegeven aan de zeeduivels, maar hun goden eisten een offer. De schuldige voor de ontvoering, George, zou worden geofferd aan de Kraken. Tijdens het offer liep echter alles anders dan verwacht. George bleek niet de werkelijke ontvoerder te zijn...
Hij ontsnapte op het nippertje aan de dood, en dit maakte de zeeduivels nog bozer. Ze zwoeren wraak!
Op zondag brachten de zeeduivels hun Dagonszoon op, die een spoor van vernietiging achterliet waar hij ging. Uiteindelijk wisten de avonturiers hen te verdrijven, zij het tegen een hoge prijs.
Na het gevecht riep de scrol hen op om naar het land van de Kelten te vertrekken. De ravenboom was in gevaar!
Tussen roanoke 4 & 5:
Nadat de vredesbesprekingen in het voordeel van de Kaitora waren afgesloten, daalde de rust neer en keerde het zeewater langzaam terug naar zijn normale niveau. De groep avonturiers was al enkele dagen geleden vertrokken naar het hart van het Keltische woud. Aan het front van de groep liepen de Kelten met de scrol in hun hand, die hen leek te leiden door de weelderige begroeiing van het bos. Een deel van de avonturiers verliet de groep en werd vervangen door nieuwelingen die werden aangetrokken door de verhalen van roemrijke helden die problemen met verstrekkende gevolgen oplosten. Maar het waren vooral de Vikingen die werden geconfronteerd met vijandigheid en beschuldigingen.
Een brief die door de helden naar diverse clanhoofden werd gestuurd, onthulde dat zij zonder overleg een soort vredesakkoord hadden gesloten met de Kaitora. Bovendien waren zij rechtstreeks verantwoordelijk voor een mysterieuze ziekte die zowel Vikingen als Kaitora trof, waardoor ze uitdroogden en langzaam wegkwijnden. Het is duidelijk dat veel Vikingclans dit nieuws allesbehalve verwelkomden, om het zacht uit te drukken.
Ondertussen werd er in de groep druk gehandeld en flink wat handelsgoederen werden uitgewisseld. De munten die waren ingevoerd, werden 'dragma' genoemd en waren het gangbare betaalmiddel voor ruilhandel.
Roanoke 5:
Na een wekenlange reis bereikten de dappere helden een pad dat door het dichtbegroeide woud slingerde. Gedwongen om het te volgen, werden ze plotseling gestuit door een groep scavens en een krijger die hun weg blokkeerden. Het werd al snel duidelijk dat ze waren omsingeld, terwijl tientallen fakkels om hen heen werden ontstoken. Gevangen genomen, konden de avonturiers niets anders doen dan met de groep meegaan.
Het ruige pad dat ze volgden, was gemarkeerd door sinistere figuren die tussen de bomen hingen. Bij aankomst in het dorp werden ze verwelkomd door de raad van de Dobunni, zoals de Kelten zichzelf noemden. Deze raad, beschermers van de ravenboom
De wezens van de ruiltent waren reeds aanwezig en hadden het kamp van de avonturiers opgezet, zelfs een plaats in de raad ingenomen. De hulp van de avonturiers om de boom te redden werd verwelkomd. Echter, niemand begreep wat er precies aan de hand was of wat de oorzaak van de problemen kon zijn. De situatie verslechterde snel toen de boom begon te rotten en dode raven uit de lucht vielen. Het werd al snel duidelijk dat enkele dorpsbewoners zich anders voordeden dan ze werkelijk waren. Drie magiërs, die hun lichaam hadden vermomd, voerden rituelen uit om de boom te laten rotten en te corrumperen. Helaas ontdekten de avonturiers dit te laat en slaagden er niet in de magiërs te verslaan. Het wantrouwen tegenover de broeders van de Scharlaken Cirkel, die ook aanwezig waren om te helpen, groeide. Uiteindelijk stierf de boom.
Achteraf bleek dat de enige manier om de magiërs te verslaan te ingewikkeld was. Een van de broeders verklaarde voor zijn vertrek dat eerst de magische cirkels verbroken moesten worden en vervolgens de grimoires vernietigd moesten worden om de magiërs te doden. Helaas stierven de raven, en de boom corrumpeerde de avonturiers die aanwezig waren bij het laatste ritueel. Ze konden getuigen zijn van hoe een van hen en de magiërs werden omringd en gevuld met een magische energie, een explosie, waarna ze in de energie werden geabsorbeerd. Ze verdwenen, en de boom was niet meer.
Een laatste aanval van weerbeesten, ondoden en demonen werd afgeslagen. Er waren vermoedens dat een van de avonturiers deze wezens had opgeroepen, hoewel niemand wist waarom. Tijdens de middag bracht de faun een scheutje van een eik die door de avonturiers werd geplant, en Gaea accepteerde het. De eerste raafjes bezochten de boom, en het leven keerde terug. Geschreeuw van een baby onthulde de geboorte van een nieuwe dryade.
De Vikingen werden ter dood veroordeeld, maar dan weer niet. De Jarl ging met de koning mee, en Rollo werd de nieuwe Jarl. Een boot werd in het vuur gegooid, en de eerste koning van de Vikingen vertrok. De hamer werd teruggegeven aan de goden, die de Viking en Kaitora vloek ontbond. Het viel op dat de vlag van de Dobunni sterk leek op die van de Kaitora, wat vreemd was. Helaas werden de Kaitora dood aangetroffen, zonder enig spoor van de daders.
Oh ja, heeft iemand het ei van de draakjes nog gezien?
Tussen roanoke 5 & 6:
De scheut groeide uit tot de nieuwe ravenboom, en de raven keerden terug. De dryade nam de zorg op zich voor de nieuwe hoeder van de ravenboom. Vriendelijk werden de avonturiers verzocht te vertrekken, want een nieuw avontuur wachtte op hen. De heilige scrol van de godin verscheen met een nieuwe opdracht. Ze verlieten het Keltenwoud en begaven zich richting de Germanen, gehoor gevend aan de boodschap van de godin: "Roanoke dreigt verzwolgen te worden, de aarde trilt en beeft, en nieuwe bedreigingen loeren in de bergen van de Germanen. Ga heen en help. Volk der Vikingen, ik hoop dat jullie je les hebben geleerd."
Onder leiding van de Vikingen en hun Jarl Rollo zette de reis zich voort, in onzekerheid over wat hen te wachten stond. De Kelten liepen gedwee achteraan, zonder reden tot vreugde. Het ei was gelukkig niet meer, hoewel sommigen daar anders over dachten. Bertha had zich opgeofferd, haar gehuil zou nooit meer te horen zijn. Geruchten gingen rond over zware gevechten, zowel op land als op zee, tussen de Kaitora en de Vikingen. Er werd gesproken over de verloving van Rauð en de zoon van de koning, nadat de voormalige Jarl, de persoonlijke lijfarts van de eerste Vikingkoning, diens leven had gered. Maar dit waren onbevestigde geruchten.
Terwijl de helden de Germaanse hoogvlaktes naderden en de bergen zich voor hen aftekenden, werd het alledaagse leven meermaals verstoord door aardbevingen en verzakkingen van de grond. Niemand sprak erover, maar het zat in de gedachten van allen: "Wat moeten we nu weer oplossen? Welk gevaar bedreigt ons dit keer?"